Plan: | Rotonde Meerweg Paterswolde-Tynaarlo |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1730.BPRotondemeerweg-0401 |
Nota Ruimte
Op 17 januari 2006 heeft de Eerste Kamer ingestemd met deel 4 van de planologische kernbeslissing 'Nota Ruimte: Ruimte voor ontwikkeling'. Met de bekendmaking op 27 februari 2006 is de Nota Ruimte formeel in werking getreden. De Nota Ruimte is een strategische nota op hoofdlijnen, waarin het nationaal ruimtelijk beleid zoveel mogelijk is ondergebracht. Uitwerkingen van de Nota zijn onder andere de Nota Mobiliteit, de Agenda Vitaal Platteland, de Nota Pieken in de Delta en het Actieprogramma Cultuur en Ruimte. Met de inwerkingtreding van deze Nota Ruimte vervallen de Vierde Nota over de Ruimtelijke Ordening Extra (Complete versie van oktober 1999) en het Structuurschema Groene Ruimte van december 1995.
In de Nota Ruimte gaat het om inrichtingsvraagstukken die spelen tussen nu en 2020, met een doorkijk naar 2030. In de nota worden de hoofdlijnen van het (Rijks)beleid aangegeven, waarbij de ruimtelijke hoofdstructuur van Nederland (RHS) een belangrijke rol speelt. Een van de speerpunten van dat beleid is dat het Rijk zich, meer dan voorheen, richt op gebieden en netwerken die van nationaal belang zijn. Daar naast wordt meer ruimte gegeven aan lagere overheden, maatschappelijke organisaties, marktpartijen en burgers. Het motto "decentraal wat kan, centraal wat moet" is hierbij een belangrijk uitgangspunt.
Verbetering van de bereikbaarheid staat centraal in de Nota Ruimte. In de nota wordt geconstateerd, dat de toenemende verstedelijking en bedrijvigheid resulteren in verkeers- en vervoersknelpunten. Op regionaal niveau heeft congestie negatieve effecten op de kracht en economische ontwikkeling van de nationale stedelijke netwerken en steden. Voor de oplossing van knelpunten in de hoofdinfrastructuur is het Rijk verantwoordelijk. Voor de op het hoofdinfrastructuur aansluitende regionale en lokale verbindingen zijn provincies en (samenwerkende) gemeenten verantwoordelijk. De uitwerking van dit beleid alsmede de afstemming tussen hoofdinfrastructuur en regionale en lokale infrastructuur is verder vorm gegeven in de Nota Mobiliteit
Nota mobiliteit
Op 14 februari 2006 heeft de Eerste Kamer ingestemd met deel IV van de planologische kernbeslissing "Nota Mobiliteit: Naar een betrouwbare en voorspelbare bereikbaarheid". Op 21 februari 2006 is de Nota Mobiliteit in werking getreden. De Nota Mobiliteit is een nationaal verkeers- en vervoersplan op grond van de Planwet Verkeer en Vervoer en is de opvolger van het Structuurschema Verkeer en Vervoer (SVV-2). In de Nota Mobiliteit wordt het ruimtelijk beleid, zoals vastgelegd in de Nota Ruimte, verder uitgewerkt en wordt het verkeers- en vervoersbeleid beschreven. De Nota Mobiliteit beschrijft, na eerst een algemene visie op verkeer en vervoer uiteen te zetten, achtereenvolgens het beleid voor de verschillende soorten mobiliteit: wegverkeer, openbaar vervoer, spoor en fiets, luchtvaart en scheepvaart.
Algemeen beleidsuitgangspunt is dat mobiliteit een noodzakelijke voorwaarde is voor economische en sociale ontwikkeling. Een goed functionerend systeem voor personen- en goederenvervoer en betrouwbare bereikbaarheid zijn essentieel om de economie en de internationale concurrentiepositie van Nederland te versterken. Belangrijke thema's hierbij zijn onder meer:
Beschermd dorpsgezicht "Langoederenreeks Eelde-Paterswolde"
Het plangebied valt binnen de begrenzing van het beschermd dorpsgezicht "Landgoederenreeks Eelde-Paterswolde" en geniet bescherming op grond van de Monumentenwet 1988.
Het bijzondere karakter van het landschap rond Eelde-Paterswolde komt tevens door de aanwezigheid van buitenplaatsen. De oude houtopstanden, opgaande parkbossen en de lanen van de buitenplaatsen bepalen het landschappelijke karakter van de oostzijde van het dubbeldorp. Deze buitenplaatsen vormen een ruimtelijk samenhangende structuur waarbinnen het bebouwingsbeeld waardevol is. Gelet op het feit dat dit gebied van algemeen belang is vanwege zijn schoonheid, is de landgoederenreeks Eelde-Paterswolde bij besluit van 3 juni 1997 aangewezen als beschermd dorpsgezicht ex artikel 35 van de Monumentenwet 1988.
Het plangebied ligt in het deelgebied Paterswolde. Blijkens de kaarten behorende bij het besluit behoort de Hoofdweg tot de beeldbepalende infrastructuur (1e niveau) en is het gebied ten oosten van deze weg - tot tegen de Meerweg aan - een hoogwaardige open ruimte. Het plangebied ligt hoofdzakelijk in dit gebied. De ruimtelijke karakteristiek van de Hoofdweg wordt gevormd door vrijstaande villa's voorzien van een royaal erf en royale erfbeplanting. Deze weg vormt hierdoor een visuele buffer naar het achterliggende beekdallandschap van De Leyenloop.
Het ontwerp van de rotonde is afgestemd op de ruimtelijke karakteristieken van het gebied (zie voor een toelichting hierop hoofdstuk 6).