6.2.2. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
-
a. de bouwhoogte van vlaggenmasten bedraagt niet meer dan 8 m;
-
b. de bouwhoogte van lichtmasten bedraagt niet meer dan 12 m;
-
c. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt voor de voorgevel ten hoogste 1 m en daarachter ten hoogste 2 m, met dien verstande dat de bouwhoogte op zijerven die grenzen aan een openbare weg (niet zijnde een brandgang tussen twee gebouwen) of openbaar groengebied op een afstand van 1 m of minder uit de perceelgrens ten hoogste 1 m bedraagt.;
-
d. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, anders dan ten dienste van geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer, bedraagt niet meer dan 5 m.