direct naar inhoud van Artikel 6 Waarde - Cultuurhistorie
Plan: Rotonde Meerweg Paterswolde-Tynaarlo
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1730.BPRotondemeerweg-0401

Artikel 6 Waarde - Cultuurhistorie

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Cultuurhistorie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en zo mogelijk herstel van de volgende ruimtelijke en cultuurhistorische waarden:

  • a. de openheid van het gebied;
  • b. de ruimtelijke karakterstiek van de Hoofdweg welke wordt gevormd door vrijstaande woningen voorzien van een ruim erf en royale erfbeplanting.
6.2 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn, indien hierdoor kan worden voorkomen dat afbreuk wordt gedaan aan de specifieke ruimtelijke kenmerken en waarden van het beschermde gezicht bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de plaats en afmetingen van bouwwerken.

6.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
6.3.1 Verbod

Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Cultuurhistorie' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden, de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  • c. het afgraven, ophogen of egaliseren van gronden;
  • d. het aanplanten van houtopstanden;
  • e. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen met een oppervlakte van meer dan 100 m2.
6.3.2 Uitzonderingen

Het verbod als bedoeld in lid 6.3.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden:

  • a. die dienen ter uitvoering van het plan 'Rotonde Hoofdweg, Groningerweg en Meerweg' van PlanVorm BNT d.d. 3 oktober 2011, zoals opgenomen in de bijlage;
  • b. die betrekking hebben op normaal onderhoud en beheer;
  • c. die reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
  • d. die mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning.
6.3.3 Voorwaarden

De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 6.3.1 zijn slechts toelaatbaar, mits door de werken of werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, de ruimtelijke en cultuurhistorische waarden van het gebied niet onevenredig worden aangetast in verhouding tot de mate waarin andere belangen door de werken of werkzaamheden worden gediend.