direct naar inhoud van 2.2 Gemeentelijk beleid
Plan: FloraHolland
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1730.BPFloraHolland-0401

2.2 Gemeentelijk beleid

Structuurplan Tynaarlo

Het structuurplan is op 20 september 2006 vastgesteld. In het plan is opgenomen dat voor de bloemenveiling een uitbreiding in noordelijke richting wordt overwogen. Hieraan ligt de volgende visie ten grondslag:

"Voor de marktplaats Eelde van FloraHolland is het essentieel dat er voldoende groeiruimte wordt gecreëerd om slagvaardig op deze ontwikkelingen te reageren en is een visie opgesteld voor de uitbouw van de huidige accommodatie. In deze visie wordt uitgegaan van het verder ontwikkelen van FloraHolland vestiging Eelde als logistiek centrum. Dit betekent dat naast het marktplaats zijn voor sierteeltproducten, de ontwikkeling van de logistieke kant in toenemende mate aandacht zal krijgen. Deze lijn is enkele jaren geleden al ingezet toen FloraHolland vestiging Eelde de status van A project verwierf bij het landelijk Platform Agrologistiek. Momenteel worden ook verscheidene onderzoeken en pilots op het gebied van de (agro)logistiek uitgevoerd met behulp van diverse subsidies (Kompas/EZ, CO2-reductieprogramma, SenterNovem ‘verladerssamenwerking”). Voor de komende jaren ligt het accent op uitbouw van de activiteiten in combinatie met optimalisatie van het bestaande bedrijfsterrein en een uitbreiding op de direct noordelijk van het bedrijf nabij het Noord-Willemskanaal gelegen gronden. Wel zal hierbij zorgvuldig rekening moeten worden gehouden met de belangen van de luchthaven, in het bijzonder met de invliegstrook met ruimteclaims in het verlengde van de hoofdlandingsbaan en de inpassing van een ecologische verbindingszone langs de zuidzijde van de luchthaven naar het Noord-Willemskanaal, ter compensatie van het verlies van natuurwaarden door de verlenging van de hoofdlandingsbaan in westelijke richting. Tevens zal samen met de provincie worden onderzocht hoe aan de verdere ontwikkeling van de bedrijvigheid, mede in relatie tot de luchthaven, op de langere termijn een vervolg kan worden gegeven."

Ten aanzien van het thema 'werken' zijn de volgende uitgangspunten opgenomen:

  • Het ruimte blijven bieden aan bedrijven die in de gemeente zijn gevestigd in de vorm van locaties in en bij de grotere kernen.
  • Voor echte groeibedrijven uit de gemeente zal plaats worden gevonden op Vriezerbrug.
  • Bij het vliegveld zal ruimte worden gecreëerd voor luchthaven gebonden bedrijvigheid.
  • Aan de bloemenveiling zal uitbreidingsruimte worden geboden.
  • Voor bedrijven in de kleine kernen zal steeds de toegevoegde waarde wat betreft de lokale
  • werkgelegenheid moeten worden afgewogen tegen de maat en schaal van overlast.
  • De kleinschalige economie in het landelijk gebied zal worden gestimuleerd door verruimde ontwikkelingsmogelijkheden en combinaties van wonen en werken.
  • De bestaande werkgelegenheid in de dienstverlening, zorg en horeca dient in stand te worden gehouden door voldoende groeiruimte te bieden.

Landschapsontwikkelingsplan Tynaarlo

Het Landschapontwikkelingsplan (LOP) is vastgesteld als strcuturvisie voor het landelijk gebied. Tynaarlo profileert zich in deze visie als een groene long in een stedelijk netwerk. In het plan is de druk op landschappelijke en ecologische kwaliteit van de landgoederenzone door (ontwikkeling) vliegveld en bloemenveiling en stedelijke recreatiedruk als knelpunt benoemd. Het LOP zet in op vernieuwing van de landschappelijke kwaliteit van het gebied rondom het vliegveld en de bloemenveiling. Als onderdeel van investeringen in de koningsas wordt herontwikkeling en opwaardering van de omgeving van de Punt genoemd.

Planologische analyse Oosterbroek

Deze notitie bevat een analyse van de planologische randvoorwaarden zoals die gelden in het gebied Oosterbroek (luchthaven en omgeving). Het plangebied van het bestemmingsplan is net buiten het onderzoeksgebied van deze notitie gelegen. Voor wat betreft de beperkingen vanwege de aanwezigheid van Groningen Airport Eelde is de analyse verouderd. In paragraaf 3.8 wordt hier nader op ingegaan.