Roeken
Net als in andere gemeenten komen in onze gemeente ook vele soorten dieren voor. De meeste soorten zijn gewenst, maar een aantal niet.
Wel horen alle dieren, met uitzondering van invasieve exoten, tot onze biodiversiteit en zijn dus een onderdeel van onze leefomgevingen. Sommige soorten kunnen problemen of overlast veroorzaken. Ze kunnen een beschermde of onbeschermde status hebben. De meest bekende soort die in onze gemeente tot problemen kan leiden, is de roek. Roeken hebben een beschermde status.
De roek is even groot als de zwarte kraai en is soms lastig te onderscheiden van kraaien en kauwen. Het is dan ook geen verrassing dat de roek bij de familie kraaien hoort. De basis van zijn snavel is vrij van veren. De snavel is ook gekromd en grijs in tegenstelling tot de zwarte, rechte snavel van de kraai. Ook heeft hij een opvallende gevormde kop die afwijkt van die van een kraai. De roek heeft een glanzend, zwart verenkleed met soms een blauwe glans. Aan zijn dijen heeft de roek losse, afhangende veren. De roek loopt waggelend en hippend.
Roeken en overlast
Roeken zijn sociale vogels die in de leefomgeving van mensen kolonies kunnen vormen. In sommige gevallen kan dit leiden tot overlast. Lawaai en vogelpoep zijn hier voorbeelden van als roeken dichtbij huizen nestelen. De periode van het nestbouwen, broeden en jongen verzorgen en mogelijke overlast is vooral van maart tot en met juni. Vanwege de beschermde status mogen roeken niet zomaar verjaagd worden. Hieraan zijn strikte regels verbonden. In geval deze uitzonderingsregels niet van toepassing zijn, moet de bescherming in acht worden gehouden en zullen roeken dus met rust gelaten moeten worden.
Wet- en regelgeving
Roeken zijn beschermde vogels en vallen onder de bescherming van de EU-Vogelrichtlijn (artikel 1). Dit is in Nederland in de Omgevingswet verwerkt. Artikel 5.1 (tweede lid en onder g) van deze wet stelt dat het verboden is om zonder vergunning een flora- en fauna-activiteit te verrichten. Dat is verder uitgewerkt in het Besluit Activiteiten Leefomgeving (BAL). De roek is een in het wild levende vogelsoort en valt daarmee onder artikel 11.37 van het BAL. In het eerste lid van dat artikel staat dat storen, doden en vangen van vogels en opzettelijk vernielen, of beschadigen van nesten, rustplaatsen en eieren, of het opzettelijk wegnemen van nesten of rapen van eieren van die vogels verboden is. Storen mag echter wel, als dat geen wezenlijke invloed heeft op de staat van instandhouding van de vogel, lees roek (derde lid van artikel 11.37). Dus sowieso mag in het nestbouw- en broedseizoen een roek niet verstoord worden. Kortom, om te voorkomen dat roeken (tijdens het nestbouw- en broedseizoen) bij overlastlocaties gaan nestelen, moet de gemeente een vergunning krijgen van de provincie Drenthe. Maar dan moet er wel voldaan worden aan twee voorwaarden: er is ernstige overlast en er is een alternatieve duurzame nestellocatie voor de roek, waarmee de instandhouding van de roek kan worden gewaarborgd. Als de gemeente kan aantonen dat aan beide voorwaarden voldaan kan worden, kan een aanvraag voor een vergunning bij de provincie ingediend worden. Pas met een vergunning kan de gemeente proberen de roeken weg te houden bij de overlastlocatie en ze te motiveren een alternatieve nestelplaats te kiezen.